Lukah maakt Imprisoned Gods onder de vleugels van Ultima Vez. Hierbij richt hij op het geloof en de daaraan verbonden cultuur. In Afrika hadden de zwarte volkeren hun eigen geloof, kracht, geneeskunde en een grote kennis van de natuur. Ze hadden een veelheid aan goden en godinnen tot, met de komst van de kolonisten, ook het christendom verscheen met hun enige, mannelijke god. Dit geloof was een belangrijke schakel in de onderwerping van de Afrikaanse volken. Vanuit het christelijk motto ‘De rijken zullen niet naar de hemel gaan’, werd de bevolking aangemoedigd om al haar rijkdommen af te staan. In de voorstelling wordt het spanningsveld tussen beide godsdienstige werelden, hun huidige betekenis en impact in vraag en aan de kaak gesteld.
Op de hartslag van traditionele ritmes en de trance van elektronische mantra’s trekken de vier dansers je mee in een wereld van beweging en beelden, waarin perspectieven verschuiven en dogma’s verdwijnen. Lukah gaat tijdens het creatieproces met de dansers in dialoog over de huidige betekenis van de traditionele cultuur, in een land dat gedomineerd wordt door het christendom.
De vier dansers werken over de hele wereld, maar zijn specifiek door Lukah gekozen, omdat ze net als hij oorspronkelijk afkomstig zijn uit de omgeving van Goma, en elk verbonden zijn aan een karakteristieke traditionele dansstijl: • Rega, een volk van jagers, die vooral vanuit hun armen en schouders dansen. • Tembo, een stam die sterk verbonden is met de olifanten. Bij hen zijn de voeten en golvende bewegingen kenmerkend. • Shi, vissers met als karakteristiek, roeiende en ronde bewegingen met de handen en armen. • Hunde, een volk van herders wier dans chaotische beweging in alle richtingen omvat met een grof en wild karakter. Bovendien zijn er verschillen in dynamiek en ritme tussen de stijlen. Hoewel de dans gebaseerd is op traditionele vormen is het zeker niet de bedoeling om haar te imiteren. Ze dienen meer als referentiekader binnen de thematiek en zijn als zodanig van invloed op Lukah’s danstaal en choreografie. Daarin fungeert de hiphop als een verbindende vorm tussen de dansers.
De traditionele cultuur wordt ook in beeld zichtbaar. Visueel kunstenaar en modeontwerper Alex Akuete tekent voor de kostuums, Emilie Heger fabriceert halskettigen die refereren aan traditionele colliers, en multidisciplinair kunstenaar Preci Numbi maakt uit metaal maskers die de dansers zullen gebruiken om de goden te belichamen.
Ook in de muziek refereert de akoestische op percussie gebaseerde muziek naar de traditionele culturen en aan de andere kant vult hedendaagse elektronische muziek de ruimte.
Bron: UiTinVlaanderen.be
Basistarief: 20,00 euro
-26 jaar: 10,00 euro
Lerarenkaart: 19,00 euro