Verharding

Voor welke verharding in de voortuin moet je een omgevingsvergunning aanvragen?

Voor élke verharding in de voortuin moet je een omgevingsvergunning aanvragen.

Hier geldt maar één uitzondering op: voor de strikt noodzakelijke toegangen zoals de toegang naar de voordeur (maximum 1,5 meter breed) en naar de garage (maximum 3 meter breed) moet je geen omgevingsvergunning aanvragen.


Ook bij elke afwijking van het vergunde plan moet je een nieuwe omgevingsvergunning aanvragen. 

Je kan dit digitaal aanvragen via het omgevingsloket (www.omgevingsloket.be).  Een volledige aanvraag tot omgevingsvergunning bevat de volgende documenten: 

  • een inplantingsplan van de bestaande toestand, 
  • een inplantingsplan van de vergunde toestand,
  • een inplantingsplan van de nieuwe toestand, 
  • een beschrijvende nota van de werken die zullen plaatsvinden en
  • 3 foto's van de voortuin.

Het is belangrijk dat de relevante lengtes, maten en materialen duidelijk aangegeven worden op het inplantingsplan van de nieuw te vergunnen toestand. 

Voor het verwijderen van verharding en het vervolgens beplanten van je voortuin heb je geen omgevingsvergunning nodig.

Wat wordt beschouwd als verharding?

Alles, behalve gras en boomschors met beplanting, wordt beschouwd als verharding.


Dit wil dus zeggen dat kiezels die waterdoorlatend zijn, kunstgras, waterdoorlatende stenen, enz. beschouwd worden als verhardingen!

Er is immers sprake van verharding wanneer de aard en/of toestand van het bodemoppervlak gewijzigd is door het aanbrengen van artificiële, (semi-) ondoorlaatbare materialen waardoor essentiële ecosysteemfuncties van de bodem verloren gaan. Wat precies het materiaalgebruik is, speelt geen rol om te bepalen of een handeling als verharding wordt aanzien. Verharding is dus niet het gevolg van het al dan niet waterdoorlatend zijn van het materiaal, maar wel van het feit dat men de natuurlijke bodem op een kunstmatige manier afdekt.

Voorbeeld van voortuin met verharding (kiezels): 

 
Voorbeeld van voortuin na ontharding (boomschors met beplanting):

Hoeveel van de voortuin mag verhard zijn?

In de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening kwaliteitsvol wonen is bepaald dat maximum 50% van de voortuin verhard mag zijn.  Ook de noodzakelijke toegangen, zoals de verhardingen naar de garage (maximum 3m) en de voordeur (maximum 1,5m), worden meegerekend in de 50%.

Op de 50% regel is er 1 uitzondering: als de noodzakelijke toegangen meer dan 50% van de voortuin in beslag nemen is het mogelijk om meer dan 50% van de voortuin te verharden. 
 

Waarom is ontharden belangrijk?

De 50% regel is opgelegd om wateroverlast tegen te gaan. Het is belangrijk dat het regenwater op het eigen domein wordt opgevangen en geïnfiltreerd, om de kans op wateroverlast tot het minimum te beperken.

Daarnaast draagt elke meter verharding ook bij aan het probleem van oververhitting. Eén verharde voortuin heeft op zich niet zo'n groot effect, maar tel alle verharde voortuinen samen en je krijgt een probleem van ettelijke betonnen voetbalvelden groot. Beton, klinkers, enz absorberen in de zomer de warmte en geven die 's nachts terug af. Tel dat bij de straat- en terrasverharding en je krijgt al snel een 2-tal graden bovenop de steeds heter wordende zomertemperaturen.

Ten slotte zorgt meer groen in de (voor)tuinen voor een aangenamer straatbeeld.
 

Wat met verhardingen in je achteruin en zijtuin?

Je kan zonder omgevingsvergunning tot 80m² verhardingen aanleggen in je zijtuin en achtertuin als je aan volgende voorwaarden voldoet: 
•    De verhardingen moeten op minimum 1 meter van de perceelsgrens liggen of tegen een bestaande scheidingsmuur
•    De verhardingen moeten binnen een straal van 30 meter van je woning liggen
•    Maximaal 40% van de oppervlakte van je zijtuin en achtertuin mag verhard worden
•    Maximaal 60% van het totaaloppervlak van het perceel mag bebouwd worden (en verhardingen worden hierin meegeteld).

De laatste twee voorwaarden komen uit de Dilbeekse verordening kwaliteitsvol wonen.